Latin America journey

Steve Irwin continues, part II

Ik zit in een ontkenningsfase. Al weken verdring ik iedere opkomende gedachte die me doet denken aan een vliegtuig, 22 juli en Nederland. Ik krijg nog net mee dat Michael Jackson is overleden aan een overdosis toegediende medicijnen, dat Federer weer nr.1 tennisser is, en rond 6 juli kreeg ik door dat ik een dag later jarig was. Tijd vervaagt en gaat veel en veel te snel.

Zo is het al weer dik vijf weken geleden dat we met een kippenvel opwekkende bus van 18 uur naar de Amazone in het noorden van Bolivia reden om daar voor 3 dagen de pampas in te gaan. We bevonden ons op een onverharde weg langs griezelig diepe ravijnen. Tegenliggend verkeer kan er soms maar net langs. Als de nacht valt hoop je maar dat de chauffeur niet in slaap valt. Met een zucht van opluchting kwamen we aan in Rurrenabaque, het stadje aan de rand van de Amazone. Vanuit hier begon dezelfde dag onze tour door de pampas, ook wel het moerasgedeelte van deze jungle. Drie dagen over een rivier varen met een bootje om het mooiste wildlife te spotten en aan te meren bij kampen met houten hutjes die zicht met gaas probreren te weren tegen de hordes muskieten. Dag 1 was een flinke rit met een jeep naar de middle of nowhere om daar met een bootje de rivier op te varen. Onze guide `Negro` was de meest ervaren die er rond liep, maar ook de grootste joker die er te vinden was. Zo hield hij midden in de nacht een babyalligator voor mijn gezicht gehad die ik pas zag toen ik mijn zaklamp aanzette. De lolbroek... Maar goed, de eerste dag vervolgde zich met het spotten van mono titi aapjes, het zien van caipivari`s (een soort uit de kluit gewassen cavia`s), paradijsvogels en allerlei andere exotische vogels. Meest confronterend was nog wel om twee alligators op 1 m afstand met een bootje te benaderen. Ik heb veel enge dingen gedaan tijdens mijn reis, maar dit sloeg echt alles. Het beest geeft geen kik en geeft daarmee het gevoel dat die je binnen één seconde volledig kan verslinden. Ik zat dan ook letterlijk bij Renée op schoot. Volgens onze gids Negro moest je alleen uitkijken bij de zwarte kaaimannen, die we even daarna op 1,5 m naderden. `s Avonds dineerden we met onze groep van zes anderen in een klamboehut in ons kamp. Daarna gingen we met een bootje de rivier op om babykrokodillen te vangen!?!? Dag 2 begon met een leuke activiteit: de moerassen in om een anaconda proberen te vangen; Een uur lang in de zwetende hitte met laarzen door een moeras waden op zoek naar de grootste slang ter wereld, variërend in grootte tussen de 2 en 8 m. (De grootste ooit, 11,43 m!) En ja hoor, wij waren weer zo gelukkig om er een te vinden. Het beest heb ik nog mogen vast houden ook. Zie de foto`s. `s Middags gingen we nog meer apensoorten en aligators spotten, maar ook roze rivierdolfijnen die soms hoog uit het water sprongen. Negro wist ons vervolgens ook nog te vertellen dat we met ze zouden gaan zwemmen. Ik dacht eerst dat hij een grapje maakten, maar het tegendeel bleek waar. Met de aligators op de kant kreeg ik mijn tweede crocodilehunter `Steve Irwin` ervaring door in diezelfde rivier vervolgens te gaan zwemmen met de dolfijnen. Tegen het einde van de middag vaarden we opnieuw uit om piranha`s te gaan vissen met rauw vlees als aas. Ik mocht ze `s avonds nog opeten ook. Renée tijdens het eten nog helemaal in haar nopjes dat ze er meer gevangen had dan ik. Dag 3 bestond meer uit hetzelfde als de vorige twee dagen, met name omdat we nog een grote terugtocht voor de boeg hadden. De bustocht van 24 uur terug hadden we afgezworen en als alternatief zouden we terug vliegen vanuit Rurrenabaque. Opstijgend over een grasveldje in een minivliegtuigje kregen Reneetje en ik een nieuwe doodsangst te verwerken. Gelukkig waren we in een uur wel geland en wel terug in La Paz.

Met de laatste weken in het vooruitzicht hadden we een strak programa aan te houden. Ik denk dat ik de afgelopen zes weken meer in nachtbussen heb geslapen dan in hostels haha. Vanuit La Paz namen we dan ook de volgende dag de bus naar Sucre, een 13 uur durende busreis naar het midden van Bolivia. De witte stad heeft iets heel moderns, maar geeft toch een warm gevoel door haar koloniale bouwwerken. De stad heeft een rijke historie en hier verklaarde Bolivia zijn onafhankelijkheid van Peru. Het blijft nog steeds de juridische hoofdstad van Bolivia. Renée en ik hebben hier niet veel meer gedaan dan op terrasjes zitten en naar de bioscoop gaan, temeer omdat we beiden een buikkramp en diarree de baas moesten worden.

Twee dagen later vervolgden we onze reis naar het zuidwesten, te weten naar de stad Potosi. De stad was ooit de machtigste en meest welvarende stad in heel Zuid-Amerika; Een van de rijkste zilvermijnen ter wereld ligt hier, in de achter de stad opdoemende berg `Cerro Rico`. Inmiddels is er weinig zilver meer in de berg te vinden en wordt hij nu gebruikt voor mineraaldelving, maar ooit werkten er bijna een miljoen mensen in de mijn op zoek naar de beroemde zilveraders. De straten van Potosi waren zelfs ooit bedekt met zilver. Er werken nog steeds 5000 mensen in kleine groepen, meestal families om voor geheel voor eigen gewin allerlei soorten mineralen te delven. De ene week kan de de winst goed zijn, de andere week weer een stuk minder. In de mijnen is geen verschil tussen dag en dacht, dus sommige mijnwerkers kiezen er voor om 24 uur non-stop door te werken. In de mijnen eten ze niet, omdat ze denken dat ze dan de gassen `opeten`. Ze kauwen alleen de cocabladeren, die energiegevend zijn, eetlust doen vergeten en al sinds de Inca`s een traditie zijn.

In deze mijnen zouden wij dus een tour gaan doen. Ik was benieuwd naar wat ik aan zou treffen... Allerleerst zouden we op de mijnersmarkt wat frisdrank en zakjes met cocabladeren als cadeautjes voor de mijners inslaan en het mooiste: dynamiet! Ik kon gewoon mijn eigen dynamiet kopen! (Uiteraard gedaan). Daarna in een shabby broek, halfleren jack, helm en laarzen de mijnen in. Achteraf zou dit een van de meest indrukwekkende tours worden van mijn reis. Soms moet je kruipend op handen en voeten door smalle gangetjes om op plekken te komen. Je ademt gassen in waarvan je niet wil weten wat ze zijn. We vonden mijnwerkers coca kauwend of hard werkend in diepe nissen van de mijnen. We daalden af naar level 4 (van de 18 in totaal!) en kregen temperaturen de verwerken van 40 graden. In de mijnen vertelde onze gids, een oud mijn werker, alles over de historie van deze mijnen en benadrukte wat het nog steeds voor de stad betekent. Hij vertelde ons dat jochies van soms 14 al in de mijn werken. Mannen die de hele leven in de mijn werken, worden niet ouder dan 40 of 50 jaar. Met een mascotte van een duiveltje aan hun zijde, genaamd Tio, denken ze` veilig` te kunnen werken. Het was een bevrijding om de mijn te verlaten, en dan lijkt zelfs de lucht op 4000 meter ineens zuurstofrijk te zijn. Ik was nog steeds onder de indruk van wat ik zojuist gezien had. Buiten de mijn mochten we ook nog eens ons eigen dynamiet opblazen! Versterkt met katalysators gaf dit een enorme knal na een lont van 1,5 minuut. Uiteraard goed denkking gezocht mam! `s Avonds gelijk weer door met de nachtbus over een onbegaanbare weg richting het verdere zuidwesten, de stad Uyuni.

Uiteraard was deze weg een van de slechtste wegen van Bolivia, en als nachtsbus zou ik het tot de weg van de hel dopen. Om 3 uur `s nachts arriveerden we in Uyuni, op zo`n 4100 m hoogte in het Altiplano (hoog uitgestrekt plateau), met een aantrekkelijk nachtelijk temperatuurtje van 15 graden onder het kwik. Volhardend in ons reisschema nu de klok relativistische snelheid vooruit lijkt te gaan, konden we 5 uurtjes slapen om daarna al weer aan te treden voor onze driedaagse Salt Flat expeditie. Inhoudelijk kunt u zich het volgende voorstellen: in 3 dagen tijd zo`n 2000 km in een jeep over het Altiplano plateau scheuren waarin allerlei oneindige omgevingen werden aangedaan. Hoogtepunt hiervan (en hier keek ik persoonlijk al vanaf 2 maart naar uit), de Salar de Uyuni, een uitgestrekte zoutvlakte van 12000 km2. Op vele pkekken is er werkelijk geen reliëf aan de horizon. Dit zorgt voor een gebrek aan perspectief in foto`s en maakt dit landschap ideaal om leuke fotografische truucjes uit te halen met mensen. Ik verwijs dan ook graag naar mijn fotolog onderaan dit verhaal. Ooit was deze vlakte een groot meer dat is opgedroogd en uitgekristaliseerd. In het midden ligt nog steeds één eilandje, louter begroeid met cactussen, genaamd Isla Pescado. In het regenseizoen van oktober tot februari staat er een milimeter water op de zoutvlakte waardoor het net lijkt alsof je Jezus zelf bent en op water kan lopen. De nacht verbleven we in een klein hostel buiten de zoutvlakte. Hier beleefden we onze koudste nacht tot nu toe, maarliefst 25 graden onder nul! Met drie lagen kleren onder drie wollen dekens en een slaapzak je zelf warm krijgen. Ik had het uiteindelijk wel warm, maar ik kon vanwege de hoogte gewoonweg niet slapen. Dag twee en drie waren van geheel andere aard. Langs een droog landschap met een grote vulkaanrug reden we langs laguna`s genaamd colorada, verde (groen), blanco enz vol met allerlei soorten flamingo`s. De meren krijgen een hele sterke aparte kleur door een mix van mineralen en algen. Een schilderij van Bob Ross is er niets bij. De laatste dag gingen we in de ijskoude nacht al weer weg om langs geisers te gaan en vervolgens een thermische bron te bezoeken. De gedachte dat ik ook weer uit het water zou moeten, weerhield Renée en mij van enig poedelen in de bron. De zonsopkomst leverde weer prachtige plaatjes op boven het dampende water.

Na drie dagen kozen we ervoor om gedropt te worden over de grens in Chili om daar verder transport te vinden naar San Pedro de Atacama, een soort western dorpje omgeven door vulkanen, woestijn & maandlandschap. De 2500 m lager gelegen plek was een lust voor het lichaam met zijn laid-back sfeertje, restaurantjes, heerlijk weer en uiteraard beroemde wijnen. Enige minpuntje: een blikseminslag voor de portemonnee. De overgang vanuit Bolivia was natuurlijk des te schokkender, maar dat Chili 10 maal duurder was hadden we niet zien aankomen. Gelukkig zouden we toch maar 6 dagen in dit land verblijven. Na een dagje chillen hebben we in San Pedro nog een tripje gedaan naar de Valle de la Luna, genoemd naar zijn onovertroffen overeenkomsten met het landschap op de maan. Dit uitstapje sloten we af met een klim op de `Great Dune`, een monsterlijke woenstijnheuvel. Vanaf de top aanschouwden Renée en ik de zonsondergang, inclusief een heerlijk Chileens wijntje.

`s Avonds weer de nachtbus in naar het noordwesten van Chili. De kuststad Iquique mocht zich klaarmaken voor ons eerbiedig bezoek. Midden in de nacht was het nog een flinke klus om daar een bed te vinden. Uiteindelijk konden we gratis edoch gesloopt op de bank crashen van Backpackers Hostel Iquique. Dit hostel bleek toen ik wakker werd, mijn beste hostel tot nu toe. Het was een perfecte symbiose van knusheid, gezelligheid, comfort, stijl, gastvrijheid & service. De toko was inclusief pooltafel (een must voor mij), een bar, kabeltv met filmcollectie, gratis internet, een tuin, warme douches en een goed bed. Het hostel huiste precies genoeg mensen voor een ons-kent-ons- gevoel. Op zaterdag organiseerde het een BBQ met top notch Argentijnse steaks & Chileens wijn. In dit hostel zijn we dan ook met veel plezier twee dagen verbleven. De kuststad zelf staat bekend om zijn all year round goede surfgolven, maar er is nog één activiteit die de stad nog veel meer op de wereldkaart zet. Paragliden van de kliffen van Chili! Geroemd als een van de beste plekken ter wereld vanwege de thermiek in de lucht. Uiteraard ben ik niet vies van de grenzen opzoeken. Met een beetje zoeken kwam ik in contact met de Fransman die de plek enkele decennia geleden terug had ontdekt. Zijn verhaal was merkwaardig; De lokale Italiaanse maffia en post Pinochet aanhangers zouden hem tot meerdere keren bedreigd hebben en hem te hebben gedwongen zijn paraglidebedrijf te sluiten. Het betekende zijn faillisement waardoor hij nu zijn hele inboedel op straat stond te verkopen. De arme man kon ons nog wel in contact brengen met een goede Chileen die zijn business wel mocht doorzetten. Zo gezegd zo gedaan. Een dag later bevond ik mij op de klif, nog drie keer slikkend door de afgrond die voor me lag. Toen ik eenmaal aan mijn instructeur vastzat, besefte ik dat ik hoe dan ook toch van die klif af moest. De paraglide wordt met een enorme windkracht opgetrokken en dan is het rennen geblazen. Renée en ik sprongen vlak na elkaar af. De rust en sereniteit van deze manier van vliegen is geweldig en onbeschrijfelijk Het uitzicht over de kuststad met daarachter opdoemende kliffen is magnifiek. De thermiek in deze streek zorgt ervoor dat je uren in de lucht kan blijven als je wil. Renee kwam vaak langszoefen. Ideaal dus om foto`s te maken van onze vlucht. Op een gegevent moment vloog ik op tientallen meters boven de zee. Bizar als je je voetjes zo ziet bungelen in het niets. Eenmaal geland kon ik Reneetje haar landing ideaal filmen. Eerste reactie van ons beiden: Ik wil nog een keer! Helaas, budgettair gezien niet zo verstandig. Op weg naar het noorden van Chili zijn we ook nog even in Arica verbleven om vervolgens via enkele tussenstops weer Peru te kunnen begroeten.

Een taxi en bus verder arriveerden we in Arequipa,een stad enkele honderden kilometer uit de kust gelegen. Vanuit hier zouden we in onze laatste drie weken de gehele kustlijn van Peru afgaan. De tweede stad van Peru, Arequipa, ook wel El Ciudad Blanco genoemd, oftewel de ´Witte Stad`. En met recht, want de stad bulkt van de witte koloniale kerken, plaza`s, kloosters en andere bouwwerken. Allen zijn ze gemaakt van het witte materiaal sillar, dat de drie imposante vulkanen ooit over het dal uitspuwden. De huist ook het klooster Santa Catalina, dat ruim 400 jaar gefunctioneerd heeft. Het is een dorp in de stad op zich, haar geschiedenis en al haar kleuren na 400 jaar open voor bezichtiging. Een van de avonden hebben we ook Cuy gegeten, een traditioneel Andes gerecht. Het is niets minder dan cavia, die gefrituurd met kop en in gemartelde houding op je bord ligt. Naar mijn mening smaakte het gewoon naar kip. Ook heb ik Renée weten te overtuigen om mee te gaan White Water raften. Ze is niet zo`n waterratje, maar achteraf vond ze het supergaaf om door de wilde stroomversnellen te duiken, varierend van klasse I tot IV rapids. Gelukkig hadden we een hele goede gids, die ons door de soms wilde rivier stuurd, deze op zijn broekzak kennende. Na dit avontuur zijn we een tweedaagse trek gaan doen in de Canyon del Colca, die achter Arequipa ligt. De op één na diepste canyon ter wereld (slechts de naburige Cotahuasi is enkele meters dieper), is op punten meer dan 3000 meter diep. Onze gids was verrassend een jonge meid die ook nog eens een plantenexpert bleek te zijn. Samen met twee oude Duitsers en een halve Cubaan/Nederlander Joel begonnen we onze trek vanaf Cruz del Condor. Vanaf hier kan je met geluk machtige Andes Condor spotten. We hadden dan ook extreem veel geluk, want zo nu en dan vloog er een vijftal condors dichtbij langs ons. Ze zijn ca. 4 m in spanwijdte en daarmee de grootste vliegende vogel ter wereld. Ze zijn het mooiste als ze nog jong zijn, want na enkele jaren verliezen ze de witte band over hun veren. De sport was natuurlijk om deze knoeperds vast te leggen op camera. En met succes! De hike zelf was ook heel gaaf. Afdalende in de canyon om uiteindelijk uit te komen bij een plek, genoemd de oase. Afkoelen in de namiddag in een mooi zwembad en daar vervolgens de nacht door te brengen in een bamboehutje. Om 6 uur `s morgens hervatten we de tocht alweer, na heerlijke pancakes van onze gids, om nu weer naar boven te hiken. Volgens onze gids een tocht van rond de 3,5 uur. Nu was het zo dat ik ongelofelijk nodig moest poepen en ik geen toiletpapier bij me had. Ik ben met de billen samengeknepen in maarliefst 1,5 uur naar boven gerend. Volgende drie dagen had ik wel vreselijke spierpijn, maar ach, ik had het tot de wc gered. In de middag konden we chillen in thermische baden van 39 graden, die gevuld waren met natuurlijk water dan met 90 graden uit de berg komt zetten. Daarna kregen we nog een heerlijke buffetlunch geserveerd in een stadje aan het einde van de Canyon del Colca. Vervolgens was het snel onze bagage ophalen in Arequipa en weer de nachtbus in naar Ica.

Vanuit Ica was het nog maar 4 km naar onze volgende bestemming. In de woestijn ernaast ligt een oase genaamd Huacachina. Stel je voor: een lagune omringd door palmbomen, barretjes, restaurantjes en hostels met zwembaden. Top! De oase is omringd door gigantische woestijnduinen. Renee kon eindelijk sinds Centraal Amerika weer eens haar `bakini` te voorschijn halen om twee dagen in de zon te liggen. Je zou zeggen dat er niets te doen is behalve bruinen, eten & zwemmen. Mis! Kruip in een racemonster van een kooiwagen en om met 100 km/h over de woestijnheuvels te springen. De chauffeurs die dit doen lijken echt gekken, maar het ding blijkt gekgenoeg altijd op vier wielen terecht te komen. Aan het eind van de tour ga je sandboarden. Best gaaf om van die steile zandduinen af te surfen. Ik vond het alleen jammer dat de boards zo crappy waren. Het was niet meer dan een houten plank met vier gespen die continu losschoten. Voor iets meer geld had ik het op een echt snowboard kunnen doen. Enfin, het was een heerlijke dag geweest dus ik moest niet zeuren. Het adrenalinepeil zat weer lekker tot in de keel. Bij het verlaten van de oase hoorden we dat vanaf de volgende dag weer eens een transportstaking zou gaan plaatsvinden voor drie dagen. Heel arelaxt, want dit betekende dat we Pisco uit onze planning moesten skippen om op tijd in Lima aan te komen. Hier zouden we op 8 juli twee jaarclubgenoten treffen.

Dus een dag eerder naar chaotisch Lima. Ik haat de hoofdstad van 9 miljoen inwoners, maar het is de enige plek waar we die vriendinnen van Renee konden meeten. We hebben hier niets anders gedaan dan een goed partyhostel uitgezocht en drie dagen lang gefeest. Eerst voor mijn verjaardag en vervolgens met Maayke en Charlotte gesalsadanst in Lima. Renee maakte me op mijn verjaardag wakker met taart en cadeautjes, vet lief! Gaf me toch nog een beetje een verjaardagsgevoel. `s Avonds heb ik voor iedereen die wilde in het hostel sigaren gekocht, wat erin resulteerde dat ik van iedereen drankjes als bedankje kreeg. 8 juli werd ik met een goede kater wakker. In Lima genoten we `s middags van het goede eten. We zijn beiden een absolute fan geworden van Ceviche, rauwe gemixte vis gemarineerd in limoensap, koriander, pepers en ui.

Lima ligt halverwege de kust van Peru. Inmiddels lig ik nu te bakken en te surfen in Mancora, in het uiterste noordelijke puntje, een week verder al weer. Maar over die laatste week verhaal ik jullie later vanuit mijn laatste weblogverhaal. Hasta luego en met 30 graden hef ik het glas op mijn lezers in NL, waar het nu geloof ik weer herfstweer is. Salud!

NB.I Voor de foto`s van week 16, 17, 18 zie mijn picasafotosite www.picasaweb.google.nl/b.zegers

NB.II Voor Renée haar weblogverhaal zie reneekeijsers.reismee.nl

NB.III 23juli kom ik om 08.10 uur weer aan op Schiphol. Vanaf 1 augustus ben ik pas weer bereikbaar op mijn oude mobiele nummer, wil je me in de tussentijd bereiken bel 0306962075 naar mijn ouders. Vanaf 1 augustus woon ik weer op mijn oude kamertje.

Reacties

Reacties

Luca

Lieve Bas echt waanzinnige avonturen met werkelijk weer schitterende foto's. Heb bijna 2 uur erover gedaan om alles te lezen en de foto's te bekijken , laat staan hoeveel tjd jou het gekost heeft. Wat hebben jullie de laatste weken nog ongelofelijk veel gedaan en mooie dingen gezien, maarre Bas, roze dolfijnen en reuzen cavia's? Volgens mij zie je ze vliegen.(ha, ha)
Kan me helemaal voorstellen dat jullie nog helemaal niet terug willen, maar wij tellen de dagen af en kunnen haast niet wachten om je weer te zien. Dikke kus van je mams en ik mail je nog

Dirk

Hé Zegers,

Ik maakte me al bijna zorgen na een paar weken niks gehoord te hebben, maar dit lange verhaal maakt weer een hoop goed. Veel plezier daar de laatste dagen, en ik hoop je de 25e te kunnen begroeten met een biertje in barcelona, we kunnen jouw spaans denk ik wel goed gebruiken!

Arthur

Ha Dirk in z'n hotelletje!
Jezus man anaconda's bijten die niet? Je kan nog zoveel palmbomen en witte stranden zien maar waar ik echt jaloers op ben is die zilvermijn. Toplocatie om een fotorepo te maken. Kan je het adres even doorsturen? ;) Ik zie je in Spanje!

Oma en Opa

Dit was weer ee mooi griezelverhaal. Soms denken we wel "Kan het nirt een onsje minder"?Dat wordt andere koek als je de volgende week weer thuis bent. We llazen wel dat iemand je ziet in Spanje. Horen je ouders ook nog eens wat. Liefs, tot de volgende week. Oma en Opa.

Wouter

Hey man, klinkt fantastisch, hoop de verhalen nog eens uit de eerste hand te mogen horen als we door barce banjeren.
Geniet van je laatste week!

oma

Ben aan de late kant.Maar wat 'n verhaal weer.Ze worden steeds wilder.Zal toch blij zijn als ik je Donderdag weer heelhuids op schiphol zie.Je zal het dan weer moeten doen met 'n beetje zout in de soep inplaats van hele zoutvlaktes.Wordt effe wennen hoor! Ik verlang naar Donderdag,dus naar jouw. Liefs oma.

Jac, Nico, Toon

heey Bas

wij zitten hier in een hotelletje in Turkije te genieten maar zelfs hier maak je ons jaloers.
Woensdag komen we weer terug dus ik weet niet of we donderdag op het vliegveld kunnen z?jn maar we hopen allemaal dat je heelhuids aankomt.

tot gauw,

Jac, Nico, Toon

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!